Hoe onthouden we dingen?

De route van school naar huis, de tafel van zes en de namen van je vrienden. Best makkelijk om allemaal te onthouden. Hoe doet je hoofd dat?

Tijdelijke opslagplaats

Je kunt je je geheugen voorstellen als een bibliotheek in je hersenen waarin informatie wordt opgeslagen in boeken. Die kun je later weer terugzoeken als je ze nodig hebt.

Wanneer je nieuwe dingen leert of iets meemaakt, begint het geheugenproces. Eerst nemen je zintuigen, zoals je ogen en oren, informatie op. Als je nieuwe klasgenoot of collega zich voorstelt, nemen je oren het geluid op en sturen dat naar je hersenen.

De nuttige informatie die je hoort, zoals zijn naam, waar hij woont en wat hij in zijn vrije tijd doet, stuur je eerst naar een soort tijdelijke opslagplaats in de bibliotheek. Die heet het werkgeheugen. Zo kun je dingen even kort onthouden, zoals het adres waar je zometeen naartoe wilt fietsen.

Wil je informatie langer onthouden, zoals de hoofdsteden van Europese landen of de naam van die nieuwe klasgenoot of collega? Dan wordt die informatie verplaatst van de tijdelijke opslagplaats naar de bibliotheek met genummerde en gerangschikte boeken. Dit is je langetermijngeheugen. Het computersysteem van de bieb houdt bij waar welk boek staat.

Paden in je hersenen

Herinneringen worden als paden in je hersenen opgeslagen. Wanneer je je de hoofdstad van Spanje wilt herinneren, ga je naar de bibliotheek in je brein en zoek je in de computer naar het juist boek. Je volgt dus als het ware datzelfde pad om de informatie terug te halen.