Waarom is een raceauto zo snel?

Max Verstappen vliegt makkelijk met 320 kilometer per uur over de baan. Met een gewone auto lukt dat nooit. Waarom is een racewagen zo snel?

Lage en gladde wagen

Ten eerste is een Formule 1-wagen aerodynamisch. Dat betekent dat de lucht er makkelijk langs stroomt. Want lucht lijkt licht, maar duwt toch tegen een wagen als die rijdt.

Een racewagen is daarom laag en glad gebouwd. Zo kan de lucht hem minder goed tegengehouden.

Spoiler alert!

Een Formule 1-auto heeft ook een spoiler. Dat is zo'n rechthoekige balk achterop. Die stuurt de lucht, die langs de scheurende wagen stroomt, naar beneden. Daardoor wordt hij stevig op de weg geduwd.

Racefans zeggen wel dat racewagens zó goed aan de weg ‘plakken’ dat ze over het plafond kunnen rijden. Geinig verhaal, maar dat is nog nooit echt getest.

Hoe meer pk, hoe sneller

Ook is de motor van een racewagen krachtig. Die heeft wel zo'n 1000 pk ('paardenkrachten', een ouderwets woord uit de tijd dat iedereen nog paardreed). Een gewone auto heeft ongeveer 100 pk. En hoe meer pk, hoe sneller een automotor draait. Daardoor kan een Formule 1-wagen binnen drie seconden van 0 naar 100 kilometer per uur knallen!

Verder wordt een racewagen zo licht mogelijk gebouwd. Een racewagen weegt maar 800 kilo, mét bestuurder. Een gewone auto weegt al gauw 1200 kilo.

Een Formule 1-wagen heeft dan ook niets extra’s, zoals een achterbak of een achterbank. Helaas: je kunt tijdens een F1-race dus niet bij Max achterin.