Waarom stroomt een tunnel niet vol water?

Veel tunnels voeren de hele dag door een strijd tegen water. Ze moeten wel, om niet te veranderen in snelwegen voor vissen. Hoe winnen ze die strijd?

Omringd door water

Wist je dat pal onder het NEMO Science Museum een van de grootste tunnels van Amsterdam begint? De IJ-tunnel.

Deze tunnel voert naar een diepte van 20 meter onder de zeespiegel. Hij is gebouwd op de bodem van ‘t IJ, een groot water in Amsterdam.

De IJ-tunnel is dus omringd door water. Heel veel water. Toch worden de tienduizenden auto’s die dagelijks bij NEMO de IJ-tunnel in duiken niet nat.

Duizenden gaten

Dat komt ten eerste door het gebruik van waterdichte materialen. Zo is de IJ-tunnel gemaakt van onder meer een paar honderd miljoen kilo beton.

Maar dat is niet genoeg om de boel droog te houden. Want water stroomt altijd naar de laagste plek. Een flinke plensbui in de bovenwereld kan rampzalig uitpakken voor een tunnel die daar niet op berekend is.

Daarom zitten in de goot van de IJ-tunnel duizenden gaten. Kijk zelf maar. Overtollig water kan zo in speciale buizen stromen. Via een pompsysteem wordt het water vervolgens weer afgevoerd.

Droge lucht

Ondertussen blazen grote ventilatiesystemen voortdurend droge lucht de tunnel in. En zo blijft de IJ-tunnel tijdens een regenachtige zondag een van de droogste wegen van Amsterdam.