Aarde & klimaat

Waarom zijn er seizoenen?

In de zomer is het warm en in de winter is het koud. Maar waarom eigenlijk? Hoe ontstaan de seizoenen?

Recht of schuin

De aarde draait rondjes om haar as. Onze planeet staat daarbij niet netjes rechtop, zoals een draaiende tol, maar een beetje schuin. Eén kant van de aarde leunt naar de zon toe. De andere kant wijst van de zon weg.

De 'kracht' van het zonlicht dat op de aarde valt, verschilt daardoor per plek. Op de kant die naar de zon leunt, schijnt het zonlicht recht op het oppervlak. Een bundel zonlicht verdeelt zich daardoor over een klein gebied. Daar wordt het lekker warm, dus is het er zomer.

Op de aardkant die weg wijst, schijnt de zon schuin. Daardoor verspreidt een zonlichtbundel zich over een groter oppervlak. Dat levert minder warmte op.

Ditzelfde verschijnsel zorgt ervoor dat je in de zomer sneller verbrandt, legt KNMI-meteoroloog Lone Mokkenstorm uit in dit filmpje:

Rond de zon

Maar waarom veranderen de seizoenen dan door het jaar heen? Dat komt doordat niet steeds dezelfde kant van de aardbol naar de zon toe leunt.

De aarde tolt namelijk niet alleen om haar as, maar cirkelt ook om de zon. Elk rondje om de zon duurt een jaar. Tijdens een deel van zo'n jaar leunt de zuidelijke kant naar de zon toe (boven). Dan is het in Australië zomer en hier winter. Later leunt de noordelijke kant van de aarde naar de zon toe. Dan is het hier zomer en in Australië winter.

Illustratie van het ontstaan van de seizoenen

Illustratie: NASA Space Place

Beantwoord door Ans Hekkenberg